- hebbenhabenhaben
Örnekler
- haben zu +Infinitiv | onbepaalde wijs (het hele werkwoord) infdienen ( hebben) te +Infinitiv | onbepaalde wijs (het hele werkwoord) inf
- zu haben inverkrijgbaar in
- zu haben sein für (Akkusativ | accusatief, 4e naamvalakk) figurativ, in übertragenem Sinn | figuurlijkfigin ( te vinden) zijn voor figurativ, in übertragenem Sinn | figuurlijkfig
Örnekleri gizleÖrnekleri göster